column Hannah Bosma, Folia december 2001
DANCER IN THE DARK
(muziek: vlucht of inspiratie)
Björks cd "SelmaSongs" vond ik schitterend. Maar wat schrok ik toen ik de bijbehehorende film "Dancer In The Dark" zag.
Selma (gespeeld door Björk) is bijna blind en en maakt lange dagen met gevaarlijk werk in een fabriek om zichzelf en haar zoon te onderhouden. Zij offert zich op voor haar zoon en komt niet voor zichzelf op, hoe slecht ze ook behandeld wordt, en laat zich uiteindelijk moedwillig naar de slachtbank voeren. Wanneer het leven erg zwaar is voor haar, vlucht zij in een soort muzikale dagdromen, die haar armzalige leven voor even in een musical omtoveren, en waarin zij zich zingend uit (terwijl zij in werkelijkheid verschrikkelijk gesloten is). De omgevingsgeluiden vormen dan een muzikaal ritme en iedereen rondom haar begint in werkkleding met haar mee te dansen. De muziek is een wonderlijk, ontroerend en geraffineerd mengsel van industri‘le geluiden, volle orkestklank en po‘tische lyriek.
Het verhaal van Selma's leven in de film is schokkend naar, triest en voorspelbaar; maar de muzikale intermezzo's, de dagdromen, zijn mooi, vrolijk en fantasievol. Als toeschouwer ervaar ik een strijd tussen de film en de muziek. Deze tegenstelling resoneert mee met de berichten in de pers over het conflict tussen componist en hoofdrolspeelster Björk en regisseur Lars von Trier.
In de film is er een tegenstelling tussen de grauwe werkelijkheid en de gedroomde musicalmomenten. Leven versus muziek. Helaas overwint in de film de afgrijselijke "realiteit". Selma's dagdromen stimuleren haar niet om haar leven ten goede te veranderen; integendeel, ze helpen haar om passief haar lijden te laten verergeren. Het genre "musical" heeft in de film de functie van opium voor het volk: een vlucht die de mensen zoet houdt en hen helpt hun nare werkelijkheid te verdragen zonder in opstand te komen. Ik zou "Dancer In The Dark" daarom een anti-musical willen noemen, omdat de film het gevaar van de Hollywood-musical-romantiek toont.
Maar opvallend is dat de muziek zelf geen zoetgevooisde, kunstmatige, vlekkeloze schone schijn is, maar juist is samengesteld uit de geluiden en gebeurtenissen van het leven en rauw en realistisch van kwaliteit is met industrie‘le geluiden, "ongeschoold" klinkende stemmen en boertige danspasjes. In het filmverhaal is er een scheiding tussen leven en muzikale droom; maar de muziek zelf lijkt juist heel werelds.
Muziek met omgevingsgeluiden, zoals de SelmaSongs, maar ook de composities van John Cage en de musique concrète, stimuleert mij om in het dagelijks leven mijn oren te spitsen en open te staan voor de rijkdom van "gewone geluiden", en daarmee mijn leven te musicaliseren. De poëzie van de songs helpt mij om mijn leven beter te ervaren. Selma liet haar leven niet positief beïnvloeden door haar muzikale visioenen; maar gelukkig heeft de muziek van Björk wel een goede invloed op mij.