column Hannah Bosma, Folia januari 2001
Een kwart van de Nederlandse vaders besteedt doordeweeks hoogstens een halfuur aan de kinderen en in het weekeinde niet meer dan een uur, zo bleek laatst uit een onderzoek van het NIPO in opdracht van Trouw. De SIRE-campagne "Wie is toch die man die op zondag altijd het vlees komt snijden?" lijkt dus nog steeds nodig te zijn. Afwezige vaders worden meestal vooral gezien als een probleem voor de zonen, die daarmee een voorbeeld, een kameraad en een autoriteit zouden missen om hun leven in goede banen te leiden.
Nederland is natuurlijk niet het enige deel van de wereld waarin een groot deel van de kinderen voornamelijk door de moeder wordt verzorgd en opgevoed. Het thema van de afwezige vader is voor vele kinderen en moeders (en vaders?) herkenbaar. In veel populaire Hollywoodfilms van de laatste decennia spelen dan ook een jonge jongen, een verzorgende moeder en een problematische vaderfiguur een belangrijke rol: The Sixth Sense, E.T., Liar Liar, etc. Op het witte doek wemelt het van de gebroken gezinnen, en rond de kerst waren er ook weer veel op de televisie te zien. Het is opvallend dat deze problematiek in de meeste films met een jongetje in de hoofdrol, een zoon, wordt geënsceneerd. De zoon die zijn gescheiden of te hardwerkende vader mist; de zoon die in een ander een vervangende vaderfiguur vindt; de zoon die met een vaderfiguur rivaliseert; de zoon die van zijn vader(figuur) afscheid neemt. Maar hoe zit het dan met dochters?
De relatie dochter-moeder krijgt volop aandacht, vanuit allerlei invalshoeken, van reclame tot feminisme. Maar de relatie tussen dochter en vader komt veel minder aan bod. In Hollywoodfilms zien we sowieso weinig meisjes in de hoofdrol, en zelden met een vaderfiguur. En hoe vaak zien we vader en dochter samen in een reclame? Ook bij feministische studies is er meer aandacht voor dochters en moeders dan voor dochters en vaders.
Dat is jammer. Want ik vermoed dat de band tussen dochter en vader heel belangrijk zou kunnen zijn voor de ontwikkeling van meisjes en bij zou kunnen dragen aan het doorbreken van rolpatronen. Wanneer vader niet alleen beschermer-en-autoriteit-op-afstand is, niet alleen het vlees snijdt, de fiets repareert en schroeven in de muur boort, maar ook gesprekspartner, rivaal, kameraad en voorbeeld is, dan maken meisjes kennis met "mannenzaken". Dan leert dochter schaken. Dan leert ze hoe het er aan toe gaat in een typisch "mannelijk" beroep, als vader bijvoorbeeld technicus of ingenieur is en haar daarover vertelt. Dan leert ze hoe het is om op een "mannelijke" manier te praten, en went ze aan een mannelijke gesprekspartner. In het boek De wereld van Sofie krijgt het meisje van haar vader een grondige inleiding in de filosofie, een traditioneel mannelijk domein bij uitstek. Van vader op dochter: gender bending in de dop.