De Standaard der Letteren - donderdag 5 augustus 1999, pagina 2.
Peter Vantyghem
--------------------------------
M U Z I E K
Hannah Bosma en Patricia Pisters lijken
me niet echt doorsnee fans van Madonna
Ciccone. Ze kennen de muziek van Hare
Virginness weliswaar goed, maar ik vraag
me af of ze er ook op dansen. En of ze
liedjes als "Material Girl" of "Vogue" in
volle na•viteit meezingen. Beide
academische dames horen in zowel muziek
als tekst dingen die de meeste fans niet
eens vermoeden.
Zo roepen volgens hen zowel muziek als
beelden van "Justify my love" een
erotische spanning op die tegelijkertijd
mannelijke en vrouwelijke clichés
ondermijnt. En ze merken op dat
Madonna voor de enen een deconstructie
betekent van "mannelijkheid" en
"vrouwelijkheid", ter-
Madonna Ciccone was bij haar intrede
meteen een dubbelzinnige figuur. Toen ze
in 1983 met "Holiday" een eerste disco-hit
scoorde, was net de new wave populair. In
die koele, ernstige stijl paste dat blonde
wicht niet. Meest gehoorde kritiek dus:
dat ze zich naar de top wilde neuken.
In die tijd waren niet veel vrouwen actief
in de popmuziek. Zij die het probeerden
te maken, moésten wel fout zitten.
Michael Jackson ergerde zich aan
Madonna. Hij vond haar een "redelijke
danseres, die niet kan zingen. Wat ze best
doet is zichzelf verkopen."
En naarmate de zangeres steeds meer een
blijver leek te worden, werd de kritiek op
haar persoon verfijnder. Critica Martha
Bayles vindt haar in Hole in my soul
ijselijk decadent en "een ikzuchtig,
manipulatief mens wiens bezorgdheid in
anderen en vertrouwen in God enkel
uitgedrukt worden als het haar direct
uitkomt".
Maar Madonna werd een wereldster, die
niet alleen de massa liet dansen en zingen,
maar ook discussie bleef uitlokken. Haar
stunts zijn bekend. Ze wentelde zich in
sneeuwwitte jurk, like a virgin, op de
grond voor MTV Awards-kijkend
America. Zong in "Papa don't preach"
tegen abortus, dacht men. Maakte een
boek met naaktfoto's, zei vreemde dingen
over haar vader in de documentaire Truth
or dare, noemde haar dochter Lourdes en
werd onlangs spiritueel herboren in
Indisch licht.
In dat parcours van liedjes en video's
zoeken Bosma en Pisters naar rode draden
en diepe patronen. En dan blijkt algauw
dat Madonna meer is dan een entertainer.
"Pornografie, censuur,
tienerzwangerschap, heiligschennis,
feminisme, ras, homo-, hetero- en
biseksualiteit, postmodernisme:
belangrijke kwesties zijn rond Madonna's
werk aan de orde gekomen."
Maar even belangrijk als die kwesties is te
weten wie de schrijfsters zijn. Want het is
hun blik die ons in deze analyse van het
fenomeen-Madonna rondleidt. Hannah
Bosma is de muzikale stem: ze is
verbonden aan het Elektro-Akoestisch Repertoirecentrum.
Patricia Pisters werkt mee aan het
filmtijdschrift Skrien. Beiden hebben
ook iets met de Universiteit van
Amsterdam.
Muzikale analyse en filmontleding: dat
zijn de motoren van dit boek. De
universiteit levert de taal, en Madonna
de stof.
Het boek is thematisch ingedeeld in
zeven hoofdstukken. Men streeft niet
naar een biografische lijn, noch naar een
volledige inventaris. Veeleer zoekt het
boek naar inzicht, om de oren (en ogen)
te openen. Omdat Madonna's werk dat
verdient.
Al meteen wordt duidelijk dat de
auteurs op twee paarden wedden.
Enerzijds lezen we over Madonna,
anderzijds krijgen we les in eigentijdse wijsbegeerte. De
lijst denkers die hier aanschuift, is
indrukwekkend, en omdat de au-
teurs keurig uit de doeken doen
wat hun basisideeën zijn, wordt
dit algauw het heerlijke college
dat je aan de universiteit te zelden
krijgt.
Wat leren we? Dat Madonna muzikale en visuele stijlen van
pop combineert met het auteurschap, de creativiteit en de poli-
tieke ambities van rock (Adorno,
Lisa Lewis). Dat haar werk zo
veellagig is dat de kijker niets op-
gedrongen wordt, waardoor hij/
zij zelf betekenis kan construeren
(Fiske).
Dat Madonna over verlangen kan zingen
zonder zich te verliezen in extatische
kreten. Dat ze de ware feministe is
(Paglia). Dat haar video voor "Express
yourself" een voorbeeld van simulatie is
(Foucault, Deleuze). Dat "Live to tell"
subtiel speelt met de dreigende (dus
mannelijke) toonsoort D mineur en met de
afwijkende (dus vrouwelijke) toonsoort F
majeur.
En nog veel meer van dat.
Het eerste hoofdstuk handelt over het
verschil tussen hoge en lage cultuur.
Daarna volgt een socio-musicologische
benadering van popmuziek. Het
feminisme is de derde filter waardoor
Madonna wordt gezeefd. Dan komen
we bij de muziek, het rolpatroon van
Hollywood-sterren, de ware Madonna
tegenover de onechte, om ten slotte bij
haar stem uit te komen.
En telkens blijkt het onderwerp
ongrijpbaar. De auteurs houden er immers
van de gevestigde visie om te draaien, en
hanteren daarbij meestal vrouwvriendelijke
theorie‘n.
Een mooi voorbeeld is hun kritiek op
socioloog Simon Frith. Die mist in
Madonna's cd Erotica de spanning tussen
zangeres en producer die nodig is om een
goeie plaat te maken. Madonna's stem is
te dun om een dramatische strijd te
veroorzaken, vindt hij. Maar Bosma en
Pisters schuiven de échte machtsverhouding
naar voor: het is de zangeres die de
producer aannam en betaalde. Dat
Frith de remixen van Erotica-songs
beter vindt, zegt vooral veel over
hemzelf: het is immers daarin dat de
zangeres zichzelf uit handen geeft.
Popmuziek is al jaren een studieobject
voor de intelligentsia. Vooral in Noord-
Amerika worden hiphop, vrouwenpop, folk en tegenwoordig
dance zonder problemen bestudeerd
vanuit historische, artistieke, politieke,
sociologische en vele andere
invalshoeken. Vaak hebben die studies
de neiging perfect te lijken binnen het
raam van hun eigen logica.
Ook hier is het goed soms eens van buiten naar binnen te kijken. Ik mis
in dit boek een aantal factoren, en te
vaak ontbreken die omdat ze niet in
het denkframe passen.
Een voorbeeld: wie Madonna haat,
ziet haar als hoer, vulgair, heidens,
slecht, anti-intellectueel, gekunsteld,
niet respectabel, vinden de auteurs. Dat is toch wel eng en
vooringenomen bekeken. Maar
het beeld dient de verdere uitwerking
van het boek, dat sterk zal inspelen op de
oude mannelijke angst voor onafhankelijke
vrouwen.
Die vrouwelijke denktrant gaat soms
wat normerend werken. Het wordt
Madonna als verdienste aangerekend,
dat ze op een bepaald moment zo
populair en machtig werd dat ze in &eactue;én
adem met Prince en Michael Jackson
werd genoemd. Maar dan moeten de
auteurs consequent zijn, en Madonna
voor sommige kwesties ook als artiest en niet als vrouw
bekijken.
En vanuit dat gezichtspunt mag best
worden gezegd dat sommige van de
songs van deze artieste zwak zijn, dat
ze geen grote zangeres is, dat ze een
haai is in een vijver met andere haaien,
en dat haar maskers soms bijzonder
transparant zijn - lees er haar teksten
op haar jongste cd maar op na. Dat is
niet de vrouw bekritiseren, maar de
hmmo msnteveebeperkte creativiteit.
Maar tegelijkertijd is Madonna
fascinerend, en vind ik veel van haar
nummers (vooral uit de beginperiode)
boeiend en fris. In dit college leerde ik
dat er nog veel meer achter zit dan ik
vermoedde. Dat doet me niet van
mening veranderen, maar wakkert
mijn nieuwsgierigheid aan eens
anders te gaan luisteren naar
liedjes die ik maar niks vond.
Daarom is dit een interessant boekje.
HANNAH BOSMA & PATRICIA PISTERS,
Madonna. De vele gezichten van een
popster.
Prometheus, Amsterdam,
206
blz., 495 fr.